Competenties

Naast de competenties (softskills) uit de Basis voor alle technici, gelden onderstaande competenties voor Technisch Manager schaal 13 (bron:  Verdiepend profiel voor de functie Technisch Manager van PPO en GPO (pdf, 864 kB) (2023).  Je ontwikkelt deze vooral in je werk zelf (door te oefenen en het ontvangen van feedback),  maar het delen van ervaringen, coaching en het volgen van trainingen kunnen hierbij helpen.


Resultaatgerichtheid

Concrete en gerichte acties ondernemen om doelstellingen te behalen of overstijgen en een vooraf bepaald resultaat te bereiken.

  • Vraagt opdrachtgever en belanghebbenden naar hun doelen, wensen, prioriteiten en stuurt gericht op realisatie daarvan
  • Stelt het eindresultaat voorop en houdt overzicht
  • Is alert op risico's, knelpunten, belemmeringen die de voortgang en het resultaat van het project/programma kunnen verstoren en neemt maatregelen en reageert met daadkracht

Werkt vanuit helicopterview met oog voor samenhang in techniek, organisatie en processen

  • Overtuigingskracht: brengt issues ter sprake en bereidt besluitvorming voor, onderbouwt de technische standpunten en keuzes met voor de doelgroep heldere, aansprekende argumenten, denkt na over een overtuigingsstrategie en is standvastig en loyaal aan genomen besluiten
  • Scenario denken: kijkt breder dan de eigen discipline bij het oplossen van knelpunten en beheersen van risico’s, maakt steeds samenhang tussen prestaties, risico’s en kosten expliciet; kan keuzes en gevolgen in beeld brengen en hierop anticiperen
  • Kan omgaan met onzekerheden, durft knopen door te hakken om koers te kiezen
  • Vooruitkijken: kan een strategische doorkijk vormen van instandhouding naar groot variabel onderhoud naar V&R (Assetmanagement 2.0)

Bestuurssensitiviteit

Zich bewust tonen van en rekening houden met de gevolgen van keuzes, beslissingen en acties voor de bewindspersonen, het beleid en de ambtelijke top.

  • Onderkent tijdig de (inter)nationale politieke/maatschappelijke afbreukrisico’s voor de opdrachtgever en/of ambtelijke/politieke top en anticipeert met de juiste interventies en laat hierin stevigheid zien
  • Draagt de visie op en bedoeling van het project/programma actief uit
  • Is zich bewust van de dynamiek, processen en verschillende belangen binnen de betrokken in- en externe organisaties en partijen en stemt aanpak hierop af
  • Is transparant naar de opdrachtgever en overige partijen toe, stimuleert transparantie vanuit de omgeving en toont zich bij het eigen handelen bewust van de (inter)nationale politiek-bestuurlijke/maatschappelijke gevoeligheid van onderwerpen en spreekt uit wat hij/zij van de opdrachtgever en omgeving verwacht
  • Is op de hoogte wat er speelt op het politiek en bestuurlijk niveau

Begrijpt belangen en gevoeligheden in besluitvorming en bestuurlijke processen, binnen en buiten RWS

  • Werkt in een overwegend complex speelveld
  • Is communicatief vaardig in dat speelveld: weet scenario’s, technische inhoud, risico’s en gemaakte keuzes naar een begrijpelijk verhaal te vertalen (bijv. nota’s, aanschuiven op ambtelijk/politiek niveau), rekening houdend met verschillende belangen van de diverse stakeholders
  • Kan zich verplaatsen in wat de politiek nodig heeft
  • Herkent raakvlakken met techniek, neemt deze mee in en anticipeert op besluitvormings- en bestuurlijke processen en toont stevigheid hierin

Netwerken

Ontwikkelen, onderhouden en benutten van relaties en contacten, binnen en buiten de organisatie, om informatie, steun en medewerking te verkrijgen.

  • Legt en onderhoudt contacten met voor de eigen functie en de realisatie van de project/programmaresultaten en -doelstellingen relevante personen en organisaties
  • Benut op het juiste moment het netwerk om de project/programmaresultaten en -doelstellingen te bereiken
  • Oefent invloed uit, zonder de relatie te verstoren
  • Benadert de juiste mensen om steun en medewerking te verkrijgen
  • Heeft regelmatig contact en overleg met belanghebbenden
  • Brengt partijen met tegengestelde belangen bij elkaar
  • Opereert herkenbaar als aanspreekpunt/boegbeeld voor het project/programma

Focus op netwerken binnen en buiten RWS

  • Neemt actief deel aan netwerken binnen/buiten RWS voor uitwisseling over het vakgebied (bijv. Neerlands Diep)
  • Legt en onderhoudt contacten in de markt
  • Benut zowel intern als extern netwerk voor projectresultaat en toekomstige ontwikkelingen
  • Deelt netwerk met anderen

Motiveren

Anderen stimuleren tot betrokkenheid en actie om een bepaald resultaat te bereiken.

  • Geeft medewerkers van het project/programma waardering voor hun inzet en prestaties
  • Houdt rekening met motieven van medewerkers van het project/programma en benut hun capaciteiten optimaal
  • Bevordert samenhang en samenwerking in het team door communicatie en overleg
  • Inspireert door eigen gedrevenheid en volharding, ook bij tegenslag

Motiveert door coaching en aandacht voor persoonlijke ontwikkeling van medewerkers

  • Houdt bij inzet rekening met persoonlijke ontwikkeling van medewerkers, coacht en motiveert hen daarin
  • Inspireert in waar het team naar toe gaat en geeft richting

Plannen en organiseren

Een geschikte werkaanpak bepalen voor een gegeven doel of taak en de uitvoering regelen, waarbij mensen en middelen op elkaar worden afgestemd.

  • Maakt een realistische raming van geld, capaciteit en looptijd
  • Bepaalt welke capaciteit wanneer benodigd is
  • Brengt mogelijke risico's en complicaties in kaart en de consequenties daarvan en werkt alternatieven uit

Gericht op toekomstige kennisbehoeften

  • Zorgt dat de juiste organisatie er staat: intern/ extern samengestelde teams, multidisciplinair, met meerdere partijen
  • Houdt rekening met tijd en ruimte voor het delen van kennis en expertise met de RWS-organisatie
  • Anticipeert op toekomstige veranderingen, is wendbaar en vertaalt veranderingen door naar het werk en het team
  • Is gericht op strategisch plannen en organiseren, denkt bijv. na over welke kennis in de toekomst nodig is en bekijkt met het afdelingshoofd wat dit betekent

Omgevingsbewustzijn

Signaleren van relevante externe ontwikkelingen en omstandigheden en deze kennis benutten.

  • Kent de (internationale) maatschappelijke ontwikkelingen en trends, geeft daar betekenis aan in termen van risico’s en kansen op middellange en lange termijn en vertaalt deze naar het eigen project/programma
  • Kent ontwikkelingen bij en verhoudingen, regels, posities, belangen en cultuur van de betrokken in- en externe partijen en houdt hier rekening mee
  • Stemt continu af met de omgeving en stelt het eigen project/programma bij
  • Volgt ontwikkelingen en anticipeert op/initieert wijzigingen, kansen en risico’s.

Vertaalt toekomstige ontwikkelingen naar verbetervoorstellen voor het TM-vakgebied

  • Weet wat er speelt binnen en buiten de organisatie in relatie tot project/programma en het vakgebied, kan die ontwikkelingen vertalen naar impactanalyses, scenario’s, ontwerpkeuzes, beslisinformatie
  • Toont zich bewust van de plaats van de organisatie in het netwerk van externe partijen en stakeholders
  • Is standvastig in relatie naar ingenieurs-bureaus en aannemers/aannemerscombinaties bij ‘gedoe’, hard op de inhoud, zacht op de relatie, informeert de juiste kanalen t.b.v. een vitale infrasector

Aansturen organisatie

Vanuit een visie sturing geven aan de (project/programma) organisatie.

  • Vertaalt de doelen in een passende project-/programmastructuur en bedrijfsprocessen
  • Organiseert benodigde capaciteit en structuur benodigd voor een optimale inrichting en uitvoering van het project/programma
  • Heeft kijk op mensen en bedrijfsvoeringprocessen en is transparant ten aanzien van de afweging over de gewenste kwaliteit en haalbaarheid
  • Is een zorgvuldige en transparante opdrachtgever voor de eigen medewerkers
  • Past verschillende project/programmamanagementstijlen toe.

Focus op vertalen van organisatiedoelen naar productie

  • Maakt een integrale doorvertaling van organisatiedoelen en technisch weten/geweten naar de opgave in het project/programma, geeft richting en weet medewerkers daarin te motiveren en mee te krijgen
  • Kent de opgave, de specialisten en het interne en externe netwerk en weet dit te verbinden
  • Stuurt multidisciplinaire, intern/extern samengestelde teams aan, weet samenwerking met regio en marktpartijen vorm te geven
  • Organiseert leren en ontwikkelen in het werk met het technisch team en marktpartijen
  • Focus op management (‘grote M, kleine T’): kan detailinhoud vertalen naar scenario’s en keuzes

Creativiteit

Met nieuwe oplossingen, ideeën en invalshoeken komen.

  • Zoekt continu naar verbetering van producten/processen/werkwijzen; toont zich initiatiefrijk
  • Maakt zich los van vaste denkkaders en durft te experimenteren; toont zich een zelfstandig denker en bedenkt niet alledaagse oplossingen
  • Ontwikkelt en past verbeterpunten toe en deelt deze met de lijnorganisatie
  • Verwerft acceptatie voor vernieuwingsvoorstellen en gebruikt aansprekende argumenten en methoden

Focus op verder ontwikkelen vakgebied RWS breed

  • Technisch weten en geweten vergroten en verbeteren
  • Signaleert kansen om het vakgebied binnen RWS verder te ontwikkelen, trekt initiatieven voor ontwikkeling en heeft oog voor impact op de organisatie
  • Vergroot softskills, zoals management-vaardigheden, invloed uitoefenen en visie vormen/uitdragen
  • Experimenteert (i.o.m. Werkwijze-afdelingen) met vernieuwingen, bijv nieuwe contractvormen, in het project/programma, koppelt terug aan management wat wel en niet werkt en draagt bij aan het breder in de organisatie toepassen van de uitkomsten
  • Is zichtbaar op het vakgebied binnen de RWS-organisatie, draagt bij aan GPO, PPO en/of RWS-brede kennisontwikkeling