Nieuwsbericht november 2025

Leergang Dynamische Objecten: brood leren bakken
De Leergang Dynamische Objecten (LDO) is bestemd voor iedereen binnen Rijkswaterstaat die te maken heeft met dynamische objecten in het areaal oftewel: alles waar een stekker of een draadje aan zit. Inmiddels gaat de LDO alweer het 7e jaar in dus kunnen we gerust spreken van een succesformule.
Walter op de Woert (Afdelingshoofd Techniek WNZ bij PPO) en Yener Alan (Adviseur Systems Engineering bij PPO) delen hun ervaringen als deelnemers.
Waarom ben je de Leergang gaan doen?
Walter: “Er zitten veel dynamische objecten in het areaal van WNZ zoals stormvloedkeringen, bruggen en tunnels. Projecten waarin deze objecten een rol spelen zijn echt wezenlijk anders dan andere projecten en daar wilde ik meer van weten. Bovendien ben ik het aanspreekpunt vanuit ons MT voor het Kennisveld Bediening en Besturing. Alle reden dus voor mij om deze Leergang te gaan volgen.”
Yener: “Ik ben adviseur SE en wilde mij verdiepen in het testmanagementproces als onderdeel van verificatie & validatie. Daarnaast heeft Walter mij enthousiast gemaakt voor de LDO omdat ik vanuit het bruggencluster met dynamische objecten te maken heb. Voor mij win win: iets nieuws leren én informatie en kennis meenemen in de bruggenprojecten.”
Waar gaat de leergang over?
Yener: “Ik vergelijk het met een workshop broodbakken: Je krijgt niet alleen uitleg over hoe je iets moet doen, maar ook welke ingrediënten je nodig hebt en hoe je ze moet mengen. Zo krijg je in de LDO niet alleen uitleg over de werkwijze van opdracht tot op de markt zetten van het contract, maar ook over de ingrediënten die je nodig hebt in het proces van aanleg en onderhoud zoals: bouwblokken, SE, V&V, KES, machineveiligheid, samenwerking vanuit contractvormen etc. En per ingrediënt krijg je uitleg wat het is en wat je er mee kan. Ik was hierdoor positief verrast. Ik had verwacht dat het af en toe meer de diepte in zou gaan als het gaat om de dynamische objecten zelf, maar je krijgt voldoende handvatten en richting om daarna aan de slag te gaan.”
Walter sluit hierop aan: “je stipt alle belangrijke onderwerpen aan, bijvoorbeeld: elektrische veiligheid en machineveiligheid: wat is het, wat is belangrijk, wat maakt het lastig en waar kun je terecht voor meer informatie. Je leert veel van de docenten maar ook van je collega-deelnemers, juist omdat ze uit verschillende functies, disciplines en organisatieonderdelen afkomstig zijn: Regio, VWM, PPO, GPO, CIV. En iedereen kent wel iemand om jou mee in contact te brengen als je meer wilt weten over een bepaald onderwerp.” “Je vergroot echt je netwerk”, aldus Yener.
Wat vind je van de leervormen?
Walter: “Goed. De presentaties zijn kort en je bent in groepjes bezig met een casus die door hele Leergang heenloopt. Didactisch steekt het goed in elkaar: eerst leren dan toepassen. Het is wel pittig: je moet iedere sessie voorbereiden en krijgt daarna ook huiswerk mee.”
Yener beaamt: “Je leert als het ware hoe en waarmee je brood moet bakken en dan is vervolgens de opdracht: ga het nu maar zelf doen. Ik ben SE-adviseur maar wilde nu graag zelf een projectplan gaan schrijven wat ik bij RWS nog niet eerder gedaan had. Dan ga je echt uit je comfortzone. En een collega in mijn werkgroepje wilde juist iets met SE doen, zoals de stakeholderanalyse. Heel waardevol om in de schoenen van de ander te staan en steeds meer dezelfde taal te gaan spreken. Zo spraken de mensen van Industriële automatisering en testmanagement bijvoorbeeld over ‘systeemarchitectuur’ terwijl wij het bij SE over ‘systeemdecompositie’ hebben, terwijl we eigenlijk hetzelfde bedoelden.”
Wat was echt een eye opener voor jou?
Walter: “dat er over heel veel dingen al heel goed is nagedacht en dat deze kennis wel degelijk is geborgd in richtlijnen, best practices en kaders. Je moet ze alleen weten te vinden. Soms lijkt iets heel (te diep) uitgewerkt, maar daar zit echt wel een reden achter. De LTS en LBS zijn niet voor niets zo uitgebreid. Als je weet waar je het moet zoeken en je kunt het goed ontsluiten dan ben je heel erg geholpen. In de LDO leer je waarom een kader zo is opgebouwd en waar je dan wat kunt vinden.”
Yener: knikt en sluit bij aan Walter. “Er zijn heel veel ontwikkelingen binnen de verschillende werkvelden/vakgebieden. Het is onmogelijk om dat allemaal te weten als je op de projecten werkt. Daarom is de LDO zo waardevol, bijvoorbeeld de informatie over de bouwblokken. Je krijgt zicht op de belangrijkste ontwikkelingen en issues die je dan weer kunt meenemen in je project.”
Waarom zou je de LDO moeten volgen?
Walter: “Gewoon doen! Het is leuk en leerzaam. De LDO is echt toegespitst op RWS en wordt ook door collega’s. Alles wat je hoort is eigenlijk direct toepasbaar, en er is ook ruimte voor eigen vragen over dingen waar je zelf tegenaan loopt.
Yener: “Gewoon doen. Dat was ook het eerste wat in me opkwam. Je hebt er zoveel aan. Het brengt overzicht en voldoende diepte om wegwijs te geraken. Zelf vond ik het leukste om samen te werken aan de gezamenlijke opdracht.”
E-learning Elektrische Veiligheid
Veel mensen werken aan projecten met elektrische installaties of betreden ruimtes met elektrische apparatuur. Vanuit het vakgebied Elektrotechniek is aangegeven dat echter niet iedereen de regels en procedures rondom elektrische veiligheid kent, laat staan daarnaar handelt. Daarom is de e-learning Elektrische Veiligheid ontwikkeld, die vanaf nu beschikbaar is op het Leerportaal: Elektrische veiligheid - Leerportaal IenW. De e-learning voorziet duidelijk in een behoefte: na 1 maand online is hij al bijna 100 keer gevolgd. Voor meer informatie kun je ook op Plein terecht: “Elektrische installaties? Dat kan ik zelf wel.”
CoP’s en intervisie: leren over projecten heen
Deelname aan een Community of Practice (CoP) is een van de belangrijkste manieren om als technicus op je eigen vakgebied kennis en ervaring te delen. Zo voorkomen we dat we het wiel opnieuw uitvinden en leren we als techniek van elkaar over de projecten heen.
Je vindt alle CoP’s van RWS op sharepoint: CoP's inventarisatielijst of CoP's inventariesatielijst - Bouw- en onderhoudstechnologie. En natuurlijk bij het leeraanbod van je eigen vakgebied op de webportal van de Techniek Academie.
De Techniek Academie moedigt iedereen aan om in de CoP’s niet alleen successen te bespreken maar juist ook wat beter had gekund want daar leren we het meeste van.
In de CoP’s gaat het primair over vakinhoud, bij intervisie gaat het meer over de zachte kant van het werk: hoe ga je als adviseur Techniek of Technisch Manager om met dilemma’s? Waar komt het Technisch Geweten in de knel en hoe ga je hiermee om? Wat ging er mis op jouw project en hoe wat heb je toen gedaan? Dergelijke vragen komen aan bod in de functiegerichte leeractiviteiten: Intervisie Technisch Managers en Intervisie voor technici. Samen met collega’s in dezelfde functie praat je in een veilige setting over zaken waar jij mee worstelt. Deze professionele intervisietrajecten worden begeleid door een RWS-coach.
Tot slot worden er op vele projecten leerpunten verzameld die het verdienen om breed gedeeld te worden. Technisch Manager Bram Beijer doet dit bijvoorbeeld voor de Afsluitdijk en Technisch Manager Paul Litjens heeft dit gedaan voor de Prinses Margriet Tunnel. Samen met hen en anderen willen we in de toekomst gaan kijken hoe we leerpunten uit de projecten structureel kunnen gaan ophalen én breder kunnen delen dan we nu doen.
De Techniek Academie Rijkswaterstaat ondersteunt technici bij het op peil houden van hun vakmanschap. Vragen of opmerkingen? Mail naar techniekacademie@rws.nl