- Je kent de waarde van een tunnel als schakel in het wegennet (denk aan aspecten als ruimtelijke inpassing, beschikbaarheid en economie). Je kent de gebruikers(groepen) van de tunnel.
- Je kent de generieke instandhoudingsprocedures en bijbehorende faaldefinities en weet hoe je deze toe moet passen.
- Je kunt adviseren over het uitstellen of versnellen van werkzaamheden op basis van herstelprioriteiten.
- Je bent bekend met inspectie- en onderhoudstechnieken voor bestaande tunnels en monitoringstechnieken voor deformatie- en/of degradatiegedrag van constructies.
- Je vraagt onderzoeken uit, begeleidt deze en op basis van de uitkomsten geeft je adviezen over instandhouding en de benodigde maatregelen, zoals betonreparatie en betoninjecties. Deze onderzoeken betreffen onder meer de staat van:
- asfaltvoegen
- beton(schade)
- bermbeveiligingsvoorzieningen
- constructie ingangsventilatie
- drainagesysteem
- folieconstructies
- hittewerkende bekleding
- lichtroosters
- lekkages
- ROA-analyse wegindeling
- verharding dienstwegen
- vloeistofafvoersysteem
- zinkvoegen
- Je kent je eigen rol in het inspectiehuis. Je weet wanneer schades leiden tot een constructief risico en beheersmaatregelen noodzakelijk zijn.
- Je bent bekend met onderhouds- en reparatietechnieken voor bestaande constructies en monitoringstechnieken voor degradatiegedrag.
- Je kunt een oordeel geven over restlevensduur van een constructie en je kunt adviseren wanneer maatregelen ten aanzien van onderhoud of renovatie noodzakelijk zijn.
