Raakvlakken met andere technisch-inhoudelijke vakgebieden

Bediening en Besturing

Electrotechniek. Je hebt basiskennis van elektrotechniek. Je bent bekend met de NEN 1010, NEN 3140, NEN-EN-IEC-60204-1 en de Bedrijfsvoering Elektrische Installaties (BEI). Je hebt basiskennis van de oorzaken en oplossingen van storingen als gevolg van onder andere wijzigingen, verkeerd gebruik, technisch falen, onderhoud of het niet meer leverbaar zijn van reserveonderdelen.

Verder beschik je over basiskennis om te kunnen beoordelen of de bediening en besturing van een object goed functioneert en voldoet aan de gestelde eisen. Inclusief de aantoonbaarheid door middel van Verificatie & Validatie en testen. RAMSsheep en Life Cycle Management vormen hierbij de prestatie- en kwaliteitskaders.

Dynamisch Verkeersmanagement (DVM). Je weet wat DVM inhoudt en bent bekend met de diverse systemen zoals matrixborden en DRIP's, in relatie tot werkzaamheden voor inspectie en onderhoud.

Machineveiligheid. Je bent bekend met de Machinerichtlijn en kunt deze toepassen in relatie tot werkzaamheden voor inspectie en/of onderhoud.

Tunnelveiligheid. Tunnelveiligheid. Je bent bekend met de veiligheidssystemen in tunnels en de faaldefinities daarvan. Je kent de Landelijke Tunnel Standaard.

Bruggen en viaducten

• Je bent bekend met de Landelijke Bruggen en Sluizenstandaard (LBS).
• Je beschikt over basiskennis van constructieve veiligheid met betrekking tot bruggen en viaducten en bent bekend met de relevante Eurocodes (NEN-normen voor constructieve veiligheid).
• Je kent het faalgedrag van objectonderdelen zoals voorgespannen betonliggers, stalen tuien en opleggingen van bruggen.
• Je bent bekend met de inspectie- en/of onderhoudstechnieken voor deze onderdelen.

Ecotechniek. Je bent bekend met de ecologische aspecten van groen onderhoud  langs wegen, in uiterwaarden en waterbouwkundige constructies. Je bent bekend met de Handreiking Inspectie en onderhoud faunavoorzieningen bij wegen. Je weet wanneer en hoe je een Specialist Ecotechniek moet inschakelen in relatie tot inspectie- en/of onderhoudsactiviteiten.

Geluidwerende voorzieningen (geluidschermen). Je bent bekend met de inspectie- en of onderhoudstechnieken voor geluidwerende voorzieningen.

Geotechniek en -hydrologie. Je bent je bewust van de technische risico's van inspectie- en onderhoudsactiviteiten op de ondergrond zoals ongewenste zettingen, afschuivingen, omgevingbeïnvloeding door trillingen en grondwateroverlast. Je begrijpt wat de gevolgen hiervan kunnen zijn op tijd, geld en imagoschade voor RWS.

Je weet in relatie tot inspectie- of onderhoudsactiviteiten wanneer je een Adviseur Geotechniek moet inschakelen en/of nader onderzoek naar de ondergrond noodzakelijk is. Uiteraard in een zo vroeg mogelijk stadium. Je bent bekend met GeoRM en de GeoProjectenZeef, en het Steunpunt Wegen en Geotechniek.

Materialen

Asfalt. Zie Wegenbouw hieronder.

Beton. Je beschikt over basiskennis van betonconstructieleer, betononderhoud- en reparatie, betononderhoudskunde en inspectie van betonconstructies.

Composieten. Je beschikt over basiskennis van inspectie en onderhoud met  betrekking tot verschillende composieten (bijvoorbeeld in sluisdeuren).

Staal. Je beschikt over basiskennis van: Staalconstructies, staalonderhoud en -reparatie, conserveringen van staal en inspectie van staalconstructies.

Scheepsbouwkunde. Indien je werkt aan onderhoud en/of inspectie van de schepen van de Rijksrederij beschik je over de relevante kennis van scheepsconstructies en de componenten/installaties op een schip. Je bent bekend met de faalwijzen van de diverse componenten en kunt hiervoor een risicogestuurde onderhoudsstrategie voor opstellen (bijv. op basis RCM).

Tunnels. Je bent bekend met de Landelijke Tunnelstandaard (LTS).  Je beschikt over basiskennis van constructieve veiligheid met betrekking tot tunnels en bent bekend met de relevante Eurocodes (NEN-normen voor constructieve veiligheid).

Waterbouw

• Je beschikt over basiskennis van waterbouwkundige werken en de gebruikte materialen en relevante kennis van inspectie en onderhoud van waterbouwkundige werken (bijv. onderhoud aan steenbekledingen of onderhoudsbaggerwerk).
• Je bent op hoofdlijnen bekend met de faalmechanismen van waterbouwkundige werken (bijv. zettingsvloeiingen, erosiekuilen, stormschade bekledingen).
• Je bent bekend met meetmethoden en-technieken (surveying) voor het vaststellen van de bodemligging en situatie onderwaterbekledingen. Je kunt de peildata interpreteren voor monitoring en vaststellen van schadebeelden.

Waterbouwkundige constructies.

• Je hebt basiskennis van de waterbouwkundige constructies (bijv. sluizen, stuwen, gemalen, remmings- en geleidewerken, kadeconstructies) en de gebruikte materialen.
• Je beschikt over relevante kennis van de inspectie- en onderhoudstechnieken voor deze kunstwerken en kunt de uitvoeringsresultaten beoordelen op de geleverde kwaliteit.
• Je kunt de omgevingsinvloeden door uit te voeren onderhoudswerkzaamheden beoordelen (zoals trillingen en hinder).
• Je hebt kennis van moderne (in ontwikkeling zijnde) Inspectietechnieken voor moeilijk bereikbare locaties, met name onder water en onder de grond. Te denken valt aan drones met geavanceerde optische instrumenten voor onderwaterinspectie, en instrumenten om degradatie van beton, damwanden en ankers te kunnen meten.
• Je beschikt over kennis van typische faalmechanismen en degradatie-invloeden bij waterbouwkundige constructies. waterbouwkundige constructies en bent bekend met de relevante Eurocodes (NEN-normen voor constructieve veiligheid) en de Richtlijnen Ontwerp Kunstwerken (ROK).

Wegenbouw. Als je werkzaam bent in 'droge projecten' beschik je over basiskennis van Wegenbouw.

• Je weet op hoofdlijnen hoe een weg is opgebouwd (onderbouw en bovenbouw).
• Je hebt basiskennis over asfalt en voegovergangen en bijbehorende  onderhoudsmaatregelen.
• Je weet wat de term constructief ontwerp bij wegenbouw inhoudt.
• Je weet wat de belangrijkste wegoppervlakte-eigenschappen zijn: rafeling, stroefheid, remvertraging en vlakheid.
• Je weet wat de belangrijkste kaders en richtlijnen zijn op het gebied van wegenbouw, in relatie tot inspectie en onderhoud, bijvoorbeeld de Kennismodules van het CROW.

Wegontwerp en -inrichting. Als je werkzaam bent in 'droge' projecten, beschik je over basiskennis van wegontwerp en -inrichting.

• Je weet wat de belangrijkste kaders en richtlijnen zijn op dit vakgebied in relatie tot onderhoud.
• Het is wenselijk als je daarnaast op hoofdlijnen weet wat het vakgebied verkeerskunde inhoudt en wat belangrijke begrippen hierbinnen betekenen zoals: verkeersmodellen, verkeersregeltechniek, verkeersveiligheid en dynamisch verkeersmanagement (DVM).
• Het is eveneens wenselijk dat je weet wat wordt bedoeld met 'human factors' in het verkeer en waarom deze van belang zijn bij wegontwerp en -inrichting.

Voor de meeste technisch-inhoudelijke vakgebieden is Wegontwerp en -inrichting het vertrekpunt om de hoofdfuncties van de weg (veilig, voorspelbaar en vlot) te borgen. Zodra er dilemma's of conflicten dreigen op te treden bij het uitvoeren van inspectie- of onderhoudsmaatregelen is het belangrijk om deze zo spoedig mogelijk te beleggen op het juiste niveau, in samenspraak met de Regionale CoP Wegontwerp en/of het Steunpunt Wegen en Geotechniek. Zo voorkom je veel ellende in een later stadium.

Werktuigbouw. Je beschikt over de basiskennis van werktuigbouwkundige onderdelen. Je bent bekend met de faalmechanismen en kunt inspectie- en onderhoudstechnieken voor deze onderdelen toepassen en/of begeleiden. Je bent bekend met trillingsanalyse (roterende machines, lagers, pompen, motoren), warmteontwikkeling en wrijvingsaspecten. Je beschikt over kennis van Machineveiligheid.