Raakvlakken met andere (technische) vakgebieden

Bruggen en viaducten. Je kent de functie van bruggen en viaducten in het ecosysteem en kunt hierover adviseren (bijvoorbeeld: dienen als geleiding voor fauna in landschap; bieden een leefgebied voor fauna (vleermuizen en vogels).

Ruimte. Dit kennisveld is onderdeel van het Hoofdkennisveld 'Duurzaamheid en Leefomgeving'. Landschapsplannen en Esthetische Programma's van Eisen kunnen eisen opleveren die niet overeenkomen met RWS-kaders voor natuur en groen. Je zorgt dat je als eco-engineer in een vroeg stadium betrokken bent bij planvorming en doet voorstellen voor benodigde aanpassingen.

Je bent bekend met de positieve en negatieve effecten van natuurwaarden en bijzondere soorten op de menselijke gezondheid (positief: bijv natuurbeleving door vogelzang, groen; negatief: bijv teken, reuzenberenklauwen, eikenprocessierupsen).

Geluidwerende voorzieningen. Je kent de impact van geluidwerende voorzieningen zoals geluidsschermen op ecologische aspecten (bijvoorbeeld vogels) en kunt adviseren over mitigerende maatregelen. Je bent bekend met randvoorwaarden voor beplanting tegen geluidschermen.

Inspectie- en onderhoudsmethodieken en -technieken (IOMT)
Zie: Eco-engineering - Toepassing  en Wet- en regelgeving, standaarden en normen.

Waterbeheer. Je kent de impact van watermanagement op natuurwaarden. Waterkwaliteit en waterkwantiteit sturen natuurwaarden. (Bijvoorbeeld: vissen hebben, naast schoon water, in water meerdere habitats nodig). Je kent de risico's van verdroging en de invloed van waterbeheer op vegetatie.

Waterbouw. Je kunt adviseren over de toepassing van ecologische interventies ter versterking van waterbouwkundige werken. (Bijvoorbeeld: dijken zijn sterker met kruidenrijke beplanting, en water- en oeverplanten dempen golfbelasting).

Waterbouwkundige constructies. Je kunt adviseren over het realiseren van extra natuurwaarden op waterbouwkundige constructies, zonder dat dit ten koste gaat van de constructie en daarmee de waterveiligheid. Je bent op de hoogte van de invloed van waterbouwkundige constructies op het ecosysteem (bijvoorbeeld vismigratie). Je beschikt over kennis van en kunt adviseren over de effecten van aanleg op onderwaternatuur en ecosystemen.

Wegontwerp en -inrichting. Je snapt waarom wegontwerp en -inrichting randvoorwaardelijk kan zijn voor andere vakgebieden, waaronder Ecotechniek, en wat de implicaties hiervan kunnen zijn voor besluitvorming. Zodra er dilemma's of conflicten dreigen op te treden is het belangrijk om deze zo spoedig te beleggen op het juiste niveau, met een eco-engineer en in samenspraak met de Regionale CoP Wegontwerp en/of het Steunpunt Wegen en Geotechniek. Zo voorkom je juridische obstakels en vertraging in later stadium.

Vanuit eco-engineering heb je te maken met de Richtlijn Ontwerp Kunstwerken (voor ecoducten), Componentspecificatie voor de berm en Componentspecificatie voor verlichting (bijv vleermuisvriendelijke verlichting).

Je kent het (verstorende) effect van verlichting op fauna en kunt adviseren over mitigerende maatregelen.

Werktuigbouw. Je kunt adviseren over faunavriendelijke installaties (bijv. Er bestaan visveilige waterpompen; zie nieuwe gemalen Afsluitdijk). Je kent de risico's van invasieve exoten op de werking van werktuigbouwkundige installaties (bijv aangroei van schelpen). Je bent je er bewust van dat installaties als broedlocatie kunnen worden gebruikt.